Kader Wettelijke taken Functionaris Gegevensbescherming, artikel 39 van de AVG |
1. Het bestuur, directie(s) en de werknemers die persoonsgegevens gebruiken, informeren en adviseren over hun verplichtingen ten aanzien de wettelijke vereiste bescherming van persoonsgegevens. |
2. Het bestuur bijstaan bij het toezicht op de interne naleving van de AVG, te weten toezien op naleving van de: a. AVG, b. andere Unierechtelijke (lees: Europese) of nationale gegevensbeschermingsbepalingen, en c. van het beleid van het bestuur met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens (inclusief van verantwoordelijkheden, bewustmaking en opleiding van de medewerkers, en de betreffende audits). |
3. Het bestuur gevraagd en ongevraagd advies geven met betrekking tot de gegevensbeschermingseffect-beoordeling (data protection impact assessments; DPIA) en toezien op de uitvoering daarvan in overeenstemming met de AVG
Om dit goed uit te voeren, kunnen FG’s onder andere: |
4. Met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) samenwerken en voor de AP optreden als contactpunt inzake met verwerking van persoonsgegevens verband houdende aangelegenheden, en – waar passend -overleg plegen over enige andere aangelegenheid aangaande privacy. |
5. De FG is verplicht bij de uitvoering van zijn taken rekening te houden met de aan het gebruik van persoonsgegevens verbonden risico’s, en met de aard, de omvang, de context en de doelen van het gebruik van die gegevens |