Met de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) wil de overheid werkgevers stimuleren, werknemers in een kwetsbare positie ten opzichte van de arbeidsmarkt in dienst te nemen of te houden. De wet bestaat uit meerdere onderdelen. Dit betreft:
- Het lage Inkomensvoordeel (LIV)
- Het loonkostenvoordeel (LKV)
- Het Jeugd LIV
Als u in het kalenderjaar 2023 een of meerdere medewerkers in dienst hebt gehad die onder 1 van de 3 genoemde onderdelen valt, dan heeft u van het UWV een voorlopige berekening van het WTL ontvangen. In de voorlopige berekening staat voor welke werknemers u recht heeft op een tegemoetkoming in het kader van de WTL en op grond van welk onderdeel van de wet dit is. Tevens is vermeld hoe hoog het bedrag voor u totaal en per werknemer is. Voor de berekening van die bedragen zijn gegevens uit de loonaangifte gebruikt. Hierbij gaat het met name om het aantal verloonde uren en het jaarloon over 2023 van de betreffende medewerkers.
Heeft u geen voorlopige berekening ontvangen, maar verwacht u deze wel omdat u een medewerker in dienst heeft (gehad) in 2023 die onder een van de 3 regelingen valt, neem dan tijdig contact op met het UWV.
Zoals aangegeven is de berekening gebaseerd op de gegevens zoals wij die voor u hebben aangeleverd via de aangifte loonheffingen. De voorlopige berekening sluit aan op deze bedragen. Na het verstrijken van de termijn waarop correcties kunnen worden ingediend (1 mei a.s.), zal de Belastingdienst uiterlijk 1 augustus een definitieve beschikking aan u toezenden. De uitbetaling hiervan volgt binnen zes weken (uiterlijk half september).
U kunt binnen 6 weken na dagtekening van de beschikking bezwaar aantekenen, mocht u het niet eens zijn met het besluit van de Belastingdienst.