In zowel de cao VO als de cao PO is een incidentele toelage opgenomen in verband met werving en behoud van personeel, de zogenaamde bindingstoelage. De bindingstoelage wordt jaarlijks in augustus vastgesteld en uitbetaald aan personeel dat op 1 augustus in dienst is en voldoet aan de in de cao gestelde voorwaarden.
Van de bindingstoelage zijn 2 varianten. Dit betreft een bindingstoelage volgens de peildatumsystematiek en een bindingstoelage volgens de opbouwmethode.
Om in aanmerking te komen voor de bindingstoelage volgens de peildatumsystematiek moet men op 1 augustus in dienst zijn en per die datum op of boven het maximumsalaris van de functie wordt betaald. De hoogte van de toelage is afhankelijk van het feitelijk salaris over de maand augustus in verhouding tot het salaris bij een normbetrekking.
Leraren en onderwijskundige team- of afdelingsleiders tot en met schaal 12 die de bindingstoelage eerder volgens de peildatumsystematiek hebben ontvangen, hebben hierna recht op de bindingstoelage op basis van de opbouwmethode. Dit is ook van toepassing op (adjunct) directeuren in het Primair Onderwijs die benoemd zijn in de schalen A10, A11, A12, D11 en D12 en het maximum van deze schaal hebben bereikt. Bij de opbouwmethode wordt maandelijks een bedrag opgebouwd op basis van het feitelijk ontvangen salaris ten opzichte van het salaris bij een volledige betrekking.
Alleen in het geval er, op basis van een beoordeling door de werkgever, sprake is van onvoldoende functioneren, kan de werkgever eenmalig besluiten het moment waarop de bindingstoelage voor het eerst wordt toegekend met een jaar op te schuiven.
De bindingstoelage bedraagt bij een fulltime betrekking:
Leraar € 1.591,09
Onderwijskundig team- of afdelingsleider t/m schaal 12 € 1.591,09
(Adjunct) directeur PO schaal A10 t/m A12 en D11 t/m D12 € 1591,09
Overige directiefuncties € 263,94
Onderwijsondersteunend personeel dat benoemd is in een functie
met functieschaal 9 en betaald wordt op of boven het maximum
salarisbedrag van schaal 9 € 263,94