Iedere medewerker in het primair en voortgezet onderwijs moet bij indiensttreding een VOG overleggen die niet ouder is dan 6 maanden. Uw accountant controleert niet alleen op de aanwezigheid van de VOG bij iedere medewerker, maar ook op de datum waarop de VOG is afgegeven.
Deze datum mag niet later zijn dan de datum van indiensttreding. Uw accountant rapporteert niet alleen ontbrekende VOG’s aan DUO, maar ook de VOG’s die, in de ogen van uw accountant, te laat zijn afgegeven. Belangrijk voor de controle op tijdigheid is de datum aanvang dienstverband en niet de eerste datum dat de medewerker voor de klas staat.
Wij begrijpen dat het in bepaalde situaties (met name bij vervangingen) niet altijd mogelijk is om tijdig over een VOG te beschikken, maar willen u toch verzoeken zo veel mogelijk te voorkomen dat de datum afgifte van de VOG na de datum indiensttreding ligt.
Voorkom problemen bij de controle door uw accountant en wijs een nieuwe medewerker erop dat de VOG tijdig moet worden afgegeven. Voor korttijdelijke medewerkers moet bij iedere invalperiode de VOG ook aan bovengenoemde eisen voldoen (niet ouder dan 6 maanden zodra deze wordt opgeroepen om in te vallen en afgegeven voor het moment van invallen).
Door nadrukkelijk toe te zien op (tijdige) afgifte van de VOG bespaart u veel tijd van uzelf, uw accountant en Dyade die gemoeid is met het corresponderen over dit onderwerp.