Sinds dit schooljaar moeten werkgevers in het Primair Onderwijs 50% van de uitkeringskosten wegens werkloosheid voor hun rekening nemen. In het reglement van het Participatiefonds is bepaald dat de eigen bijdrage van de werkgever bij ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan worden verlaagd tot 10%. In dat geval moet de arbeidsovereenkomst zijn beëindigd na afgifte van een ontslagvergunning door het UWV.
Het UWV weigert echter een ontslagvergunning af te geven indien er sprake is van herplaatsing van de werknemer in een andere functie voor een kleiner aantal uren dan de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst. Ook komt het voor dat het UWV geen ontslagvergunning afgeeft als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd van een medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, waar herplaatsing niet mogelijk is. Deze situaties leiden ertoe dat de werkgever een groter deel van de uitkeringskosten moet betalen dan nodig is (50% in plaats van 10%).
Deze strijdigheid van bepalingen stimuleert werkgevers niet om te zoeken naar herplaatsingsmogelijkheden voor arbeidsongeschikte werknemers. Is er geen herplaatsing mogelijk dan kunnen zij uitkeringskosten behoudens een eigen bijdrage van 10% vergoed krijgen. Is er wel herplaatsing mogelijk dan moeten zij de uitkeringskosten voor 50% dragen.
Dit is een onwenselijke situatie en strijdig met de strekking van de regelingen, zowel van de WIA als van het Participatiefonds, om het beroep op werkloosheidsuitkeringen zoveel mogelijk te beperken. Dyade heeft het Participatiefonds in kennis gesteld van deze strijdigheid van bepalingen en verzocht het reglement op dit punt aan te passen.